Netherlands - Uitvoeringsregeling strategische diensten.3
      • 09 Feb 2024
      • 4 Minutes to read
      • Contributors
      • Dark
        Light
      • PDF

      Netherlands - Uitvoeringsregeling strategische diensten.3

      • Dark
        Light
      • PDF

      Article summary


      Uitvoeringsregeling strategische diensten

      Geraadpleegd op 09-02-2024.
      Geldend van 01-12-2016 t/m 31-12-2020

      Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 7 november 2011, nr. WJZ / 11158559, houdende regels ter uitvoering van de Wet strategische diensten (Uitvoeringsregeling strategische diensten)


      Artikel 1

      In deze regeling wordt verstaan onder:

      –     ERA: het Europees Ruimte Agentschap in Noordwijk, opgericht bij het Verdrag tot oprichting van het Europees Ruimte Agentschap (Trb. 1990, 43);

      –     gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen: de lijst van goederen waarop Gemeenschappelijk standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie van toepassing is;

      –     globale vergunning: een vergunning die wordt verleend aan een dienstverlener voor het verlenen van een categorie van diensten aan een of meer met naam genoemde afnemers in een of meer landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie;

      –     individuele vergunning: een vergunning die wordt verleend aan een dienstverlener voor het verlenen van bepaalde diensten aan één afnemer in een land dat geen deel uitmaakt van de Europese Unie;

      –     inspecteur: de Algemeen Directeur Douane;

      –     Joint Force Command Brunssum: het te Brunssum gevestigde hoofdkwartier, bedoeld in de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa inzake de bijzondere voorwaarden die toepasselijk zijn op de vestiging en het functioneren van internationale militaire hoofdkwartieren binnen het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden (Trb. 1964, 131);

      –     NAVO-strijdkrachten: de strijdkrachten van een vreemde mogendheid, die partij is bij het Noord-Atlantisch Verdrag (Stb. J 335);

      –     minister: de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

      –     wet: de Wet strategische diensten.

      Artikel 2

      Voor de toepassing van de artikelen 7, derde lid, onderdeel b, en 23, derde lid, onderdeel b, van de wet worden de volgende landen aangewezen: Afghanistan, Belarus, Birma/Myanmar, Centraal Afrikaanse Republiek, Congo, Egypte, Eritrea, Guinee, India, Irak, Iran, Israël, Jemen, Libanon, Libië, Noord-Korea, Oekraïne, Pakistan, Qatar, Rusland, Saoedi-Arabië, Soedan, Somalië, Syrië, Verenigde Arabische Emiraten, Zimbabwe, Zuid-Soedan.

      Artikel 3

      1.    De mededeling omtrent tussenhandeldiensten, bedoeld in artikel 7, onderscheidenlijk artikel 23 van de wet, wordt schriftelijk gedaan en wordt gezonden naar de inspecteur.

      2.    De mededeling bevat:

      a.    de naam en het adres van degene die de mededeling doet;

      b.    de naam en het adres van de afnemer of de afnemers van de tussenhandeldiensten;

      c.    de aard van de dienstverlening;

      d.    de beschrijving van de goederen voor tweeërlei gebruik waarop de tussenhandeldiensten betrekking hebben, met vermelding van de omschrijving en het postnummer daarvan overeenkomstig bijlage I bij verordening 428/2009, en de hoeveelheid van deze goederen;

      e.    het land of de landen van herkomst en het land of de landen van bestemming, met inbegrip van de eindbestemming, van de goederen waarop de tussenhandeldiensten betrekking hebben;

      f.    informatie over het eindgebruik en de eindgebruiker of de eindgebruikers van de goederen waarop de tussenhandeldiensten betrekking hebben.

      3.    De mededeling wordt gedaan uiterlijk twee weken voordat de dienstverlening plaatsvindt.

      Artikel 4

      1.    Artikel 10, eerste lid, van de wet is niet van toepassing op tussenhandeldiensten militaire goederen die betrekking hebben op:

      a.    militaire goederen, bestemd voor gebruik door de Nederlandse strijdkrachten;

      b.    militaire goederen, eigendom van en bestemd voor gebruik door NAVO-strijdkrachten of het Joint Force Command in Brunssum;

      c.    militaire goederen, eigendom van ERA;

      d.    militaire voertuigen die worden gebruikt door vreemde strijdkrachten bij gelegenheden als staats- of beleefdheidsbezoeken, vlootschouwen of luchtvaartmanifestaties.

      2.    Het eerste lid, aanhef en onderdelen a, b, voor zover het gebruik door NAVO-strijdkrachten betreft, en d, is van overeenkomstige toepassing in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

      Artikel 5

      1.    Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet wordt gedaan door de dienstverlener en ingediend bij de inspecteur.

      2.    De aanvraag bevat:

      a.    de naam en het adres van de afnemer of de afnemers van de door de aanvrager te verrichten diensten;

      b.    de aard van de dienstverlening;

      c.    de beschrijving van de militaire goederen, programmatuur of technologie of de goederen voor tweeërlei gebruik waarop de diensten betrekking hebben, in voorkomend geval met vermelding van de omschrijving en het postnummer daarvan overeenkomstig de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen onderscheidenlijk bijlage I bij verordening 428/2009, en de hoeveelheid en de waarde van deze goederen;

      d.    het land of de landen van herkomst van de goederen waarop de diensten betrekking hebben, de plaats in het land of de landen waar deze goederen zich ten tijde van de aanvraag bevinden, en het land of de landen van bestemming, met inbegrip van de eindbestemming, van deze goederen;

      e.    informatie over het eindgebruik en de eindgebruiker of de eindgebruikers van de goederen waarop de tussenhandeldiensten betrekking hebben.

      3.    De vergunning, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet, heeft het karakter van een individuele vergunning of een globale vergunning.

      4.    Aan een vergunning als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet kan ten minste als voorschrift worden verbonden dat de diensten waarop de vergunning betrekking heeft, binnen een bij de vergunning te bepalen termijn verleend worden.

      5.    Het eerste tot en met vierde lid is van toepassing in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

      Artikel 6

      De Sanctieregeling tussenhandeldiensten 2009 wordt ingetrokken.

      Artikel 7

      Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

      Artikel 8

      Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling strategische diensten.

      Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.